Eenvoudig een modulebaan bouwen

Het bouwen van een baan in modulevorm is niet moeilijk en brengt grote voordelen mee. Zo blijft je emplacement eenvoudig demontabel en verplaatsbaar, zodat elders tentoonstellen mogelijk is. Maar ook voor de zolderbouwers kan het makkelijk zijn om niet permanent de beschikbare ruimte vol met tafels te hebben staan.

Voor het stationsemplacement van Schoonhoven bouw ik 3 modules met een totale lengte van 4 meter. Het stoomtramstation was een eindstation; de enkelsporige lijn vertakte zich tot in totaal 9 sporen, waarvan er 3 in gebruik waren als tramlijn met een omloopspoor en 3 sporen eindigden in de grote materieelloods. De overige waren onder meer in gebruik als goederenspoor: Lange tijd heeft er een goederenwagen voor de lokale slager gestaan, een gaswagen voor het vullen van de tanks voor verlichting van de tramrijtuigen, maar er vond ook aanvoer van kolen en andere goederen plaats.

Het emplacement is aan de hand van de originele sporenplannen verschaald naar 1/87 en uitgetekend op de pc. Vervolgens uitgeprint en in de juiste opstelling op een rol papier geplakt. Zo is exact te bepalen hoe de module vorm moet krijgen.

Met deze indeling is nu een layout gemaakt van 3 delen; de modules kunnen dan zo worden gemaakt dat er geen wissels op de moduleovergangen terecht komen.

Dit verslag laat zien hoe de onderbouw van een modulebaan wordt ontworpen en gebouwd; aan de baanopbouw en scenery wordt een apart bouwverslag gewijdt.

Het originele sporenplan

Dit is het originele baanplan van het emplacement van Schoonhoven. Dit is de latere fase, zoals het plan er lag tot sluiting van de lijn in 1942. Hier is de materieelloods reeds verbouwd, is het omloopspoor reeds aangepast en is de goederenloods dichter bij het station neergezet.
Het copyright van deze tekening is van de NVBS, het staat hier ter illustratie.

Het baanplan in 1/87

Zo ziet het er uit als je op een rol papier van 5 meter je geprinte rails plakt in de exacte schaalopstelling. Het grote voordeel van geprinte rails en wissels plakken is dat de verhoudingen blijven kloppen, met tekenen op exacte grootte heb je vaak geen mal ter beschikking.
Bovendien kun je zo een betere verdeling maken om rekening te kunnen houden met de overgangen van de modules; je wil geen wissels hebben op of vlak naast je overgangen.

Het ontwerp van de modules

De schaaltekening: eigenlijk moet je vóór het bouwen altijd een zo gedetailleerd mogelijke tekening van de constructie maken. Je kunt zo veel beter bepalen welke materialen je nodig hebt en hoeveel.

Het ontwerp hier is uitgemeten vanuit het railplan. Om het eindresultaat straks aantrekkelijker te maken is een bocht in de module getekend, waardoor de sporen enigszins schuin over de module lopen. Bij niet al te lange ontwerpen kun je zo voorkomen dat alle sporen evenwijdig aan de voorzijde lopen en dat verhoogt de attentiewaarde.

Er is uitgegaan van de standaard maten van mulitplex platen: 122x61 als basis, met een verbreding tot 80 cm van het stationsdeel en een tussenbak die het verschil overbrugt. Uiteraard is elke maat mogelijk, maar je moet altijd rekening houden met de hanteerbaarheid. Zeker voor zolderbouwers: het is niet handig als je eindresultaat niet door het trapgat blijkt te kunnen...

Constructie van de modulebakken

Als basis voor de modules wordt een houten frame gemaakt uit balkjes van 69x18mm dikte, eigenlijk mijn standaardrecept voor banen. Deze zijn zowel gelijmd als verzonken geschroefd. De opbouw is hier 9mm multiplex, ook weer verlijmd en tijdens de montage met wat kleine spijkertjes geborgd.
Houdt bij het plaatsen van spijkertjes wel rekening met de afstand tot de rand indien je die later zou afronden..
Voor het middendeel is hier de uitdaging om de juiste hoek er in te bouwen: Het achterste spoor moet na de bocht evenwijdig met de achterzijde uitkomen, de voorzijde moet de overgang naar 80 breed opvullen.

De hoogte in

De huidige trend is modules op vrijwel kijkhoogte neer te zetten: 1,30 meter is volgens de afgesproken norm de afstand vloer-bovenkant rails. De staanders worden, voor deze plattelandsbaan, 1,25 meter lang gemaakt: met de bovenbouw en hoogte van de stelpoten wordt dan de juiste hoogte bereikt.

Het ontwerp was staanders te creëren met een geschoorde (=schuine) versteviging: de gelijmde en geschroefde dwarsverbinding van de poten blijkt in de praktijk meer dan sterk genoeg om de baandelen overeind te houden.
De eindstaanders vallen dan in blokken in de bak en staan zo stevig rechtop: de middenstaanders zijn gevorkt zodat de bakken er op rusten en meteen bij elkaar gehouden worden bij de opbouw.
Uiteraard moeten de bakken daarna wel stevig verbonden worden middels bouten met bv. vleugelmoeren.

Frames verbinden voor eenvoudig opbouwen

Voor het eenvoudig overeind houden van de staanders en het verbeteren van de stevigheid van het geheel, kun je tussen de staanders een verbinding maken met bijvoorbeeld delen van muurstrips waar de haken in vallen die je aan de verbinding hebt geschroefd. Let wel: om de haken onder de juiste hoek te kunnen monteren is het aan te bevelen de moduledelen omgekeerd te plaatsen, de staanders er in te steken en dan de dwarsverbindingen uit te meten: de haken eerst aan 1 kant fixeren en daarna de andere kant. De dwarslat maakt dan altijd de juiste hoek ten opzichte van de staanders, anders krijg je als de boel rechtop staat de haken niet in de strips.
Het grote voordeel van deze constructie is dat de staanders geen kantelende beweging meer kunnen maken en dus stevig genoeg rechtop blijven staan om de modulebakken er op te klemmen. Dat maakt de opbouw veel eenvoudiger als je op een externe locatie je baan wil tonen.
Ook als je tussen de staanders ligplanken zou plaatsen is deze extra versterking aan te bevelen.

De staanders gefixeerd

En zo staat het frame klaar om de modules te plaatsen: zelfs in je eentje kun je zo je baan installeren.

Schoren

Om de mogelijkheid van speling van de staanders ten opzichte van de modulebakken geheel te ondervangen heb ik voor deze baan schoren gemonteerd van de buitenste staanders naar de modules. Hiervoor is eenvoudigweg weer een muurstrip gebruikt. Er zijn tapeinden in het hout geschroefd op de plaats van de schroefgaten in de strips: met vleugelmoeren, of zoals hier met bussen waar moeren in gemonteerd zitten, draai je de schoren eenvoudig vast. In combinatie met de al aangebrachte verbinding tussen de staanders heb je nu een buitengewoon stabiele modulebaan.

Waterpas?

Zeker wanneer je je baan ergens anders dan thuis tentoonstelt, of de mogelijkheid wil benutten deze te koppelen met andere modules, wordt het noodzakelijk de hoogte nauwkeurig te kunnen stellen. Een beurslocatie heeft niet altijd perfect vlakke plaatsen. Daarom zijn stelpootjes onmisbaar onder je module. Die kun je kant en klaar kopen of eenvoudig zelf maken: 8mm bouten met je kop in kunststof doppen lijmen, schroefbussen aan de onderkant in je poten boren en je kunt al gauw zo'n 2,5 cm extra omhoog en omlaag stellen.

Pootje

En zo eenvoudig kan het zijn... natuurlijk kan er ook gebruik gemaakt worden van kant-en-klare stelpootjes, maar deze hebben vaak als nadeel dat het stelbereik veel kleiner is.

Bakken plaatsen

Dan is het frame geïnstalleerd en kunnen de modulebakken geplaatst worden. Eén van de grote moeilijkheden van een baan in delen is de exacte positionering van de delen. Zelfs een afwijking van een milimeter betekent al snel dat de sporen niet op elkaar aansluiten met ontsporing of andere problemen tot gevolg.
Om dit de ondervangen heb ik simpele locators bedacht met een maximale speling van 0,5mm. Deze bestaan uit metalen plankdragers in het ene deel en metalen bussen in het andere. Ook dat kan low-budget: doodnormale fiets ventieldopjes, waarvan de ventielopening een diameter heeft waar de metalen pin precies in past.
Om deze nauwkeurig te positioneren heb ik de aansluitende modules omgekeerd op een vlakke vloer gelegd, met lijmklemmen verbonden, dan met een 4,5mm boor de aansluitende delen doorboord en deze waar de bussen inkwamen voorzichtig opgeboord tot 8mm. Bussen er in slaan, plankdragers in de andere kant tikken en de delen sluiten perfect aan.
Voor de verdere verbinding van de modules zijn er diverse opties: veel bouwers geven de voorkeur aan compacte lijmklemmen, in dit geval is gekozen voor 8mm bouten met ringen en slagmoeren aan de andere zijde waar je de bouten in vastdraait. En omdat de locators de delen voor je richten, hoef je alleen de bouten maar aan te draaien.

De modules in opstelling

En zo ziet de complete basis van je modulebaan er dan uit. De poten staan stevig genoeg om de boel overeind te houden bij de opbouw: voor bijvoorbeeld een beursopstelling is het verstandig de schoren aan te brengen van de staanders naar de bak. Ook is het mogelijk planken op de staanders te leggen: hierop is dan veel bergplaats voor gereedschappen, extra montagemateriaal en je aansturing (trafo, centrales, lokmaus etc).

De hoogte van 1,30 lijkt zo in de huishoudelijke omgeving enorm, maar in een grote beurshal is het een voordeel om deze kijkhoogte aan te houden.
Voor de kinderen zijn er dan opstapjes mogelijk..
Natuurlijk is de hoogte afhankelijk van de toepassing: thuis op zolder zal er wellicht de noodzaak of ruimte niet voor zijn.

De layout:

Dan het moment-suprème: het uitleggen van jouw baanontwerp op de modules. En ineens wordt veel duidelijker hoe je modulebaan er uit komt te zien. Voor deze baan is uitgegaan van de afgesproken standaard voor OHMB (Oud Hollands Module Bouwen), dus een aansluiting met breedte van 60cm, een railhoogte van 130cm en een Nederlands spoorthema uit periode II (pakweg 1915-1940).

Het bouwen van het baanplan en de gebruikte technieken komen in een volgend deel aan bod.

Reageer

comments powered by Disqus

Vergelijkbaar